Homeopathie effectief voor premenstrueel syndroom

Geschreven door Christien Klein-Laansma

Beter dan placebo 

Homeopathie werkt beter dan placebo bij vrouwen met premenstrueel syndroom (PMS). Dat blijkt uit een recent gepubliceerd onderzoek, uitgevoerd in een universiteits-polikliniek in Jeruzalem tussen 1996 en 1999 (Yakir, 2019). Het onderzoek had twee simultaan lopende behandelgroepen, waarbij het lot bepaalde of een vrouw met PMS het echte homeopathisch geneesmiddel kreeg of een placebo (Randomised Controlled Trial, RCT). Het was een dubbelblind onderzoek: de homeopathisch behandelaar en de proefpersonen wisten niet wie het echte middel kreeg en wie placebo. Een onafhankelijke statisticus analyseerde de uitkomsten. Het onderzoek is een replicatie van een eerdere pilot studie (Yakir, 2001) en voldoet aan de eisen van Evidence Based Medicine (EBM) om effect van medische interventies aan te tonen. De uitkomsten werden in november 2019 gepubliceerd in het internationale wetenschappelijke tijdschrift Homeopathy, met Nederlandse hulp. De Stichting VHAN sponsorde een aanvullende analyse.

Symptoom clusters

Elke deelnemende vrouw met PMS vulde voorafgaand aan het eerste gesprek een uitgebreide vragenlijst in. Deze vragenlijst bevatte clusters van symptomen, die indicaties vormden voor 14 verschillende homeopathische geneesmiddelen voor PMS. Bij het eerste consult nam de homeopathisch behandelaar, tevens hoofdonderzoeker, samen met de vrouw de antwoorden door. Zij bepaalde daarna bij elke vrouw afzonderlijk welk geneesmiddel nodig was, op grond van de antwoorden op de vragen. De ‘symptoom cluster’ benadering zorgde ervoor, dat de behandeling reproduceerbaar was, terwijl toch recht gedaan werd aan het individuele karakter van homeopathie. Als bleek dat de symptomen van de vrouw in kwestie niet pasten bij één van de 14 voorgeselecteerde geneesmiddelen, werd zij uitgesloten van het onderzoek en werd zij naar een andere studie verwezen.

Na het eerste consult kregen alle geïncludeerde vrouwen het individueel gekozen homeopathische geneesmiddel (één van de 14) in de vorm van het echte middel of een identiek uitziend placebo. Ze namen het eenmalig in, vlak na het begin van de volgende menstruatie. Het geneesmiddel werd niet herhaald. Dat was in die tijd gebruikelijk in de homeopathische praktijk. Na drie maanden kwamen ze terug voor een afsluitend gesprek en afronding van hun deelname aan het onderzoek. 

Dagboeken

Alle vrouwen hielden dagboeken bij over symptomen, medicijngebruik en werkverzuim, de Menstrual Distress Questionnaire (MDQ). Dat deden ze dagelijks, gedurende twee maanden voorafgaand aan de interventie en daarna tijdens de drie maanden durende behandeling. Voor elk van de drie parameters, PMS-symptomen, medicijngebruik en werkverzuim, bestond de beginmeting uit een berekening van het gemiddelde van de waarden vooraf, gemeten over twee maanden. De eindmetingen bestond uit de gemiddelde waarden na de interventie, gemeten over drie maanden. Voor alle uitkomstmaten werd het verschil tussen eindmeting en beginmeting berekend en werden de verschillen tussen de twee behandelgroepen vergeleken.

Goede resultaten voor homeopathie

Aanvankelijk werden er 105 vrouwen in het onderzoek opgenomen. Van 96 vrouwen met tenminste één vervolgmeting konden de gegevens worden geanalyseerd, 43 in de groep met het actieve homeopathische geneesmiddel, 53 met placebo. Voor de primaire uitkomstmaat, verbetering van de PMS-symptomen, werd een significant verschil gevonden tussen de twee behandelgroepen in het voordeel van de groep die het echte geneesmiddel kreeg (p = 0,043). Ook werden er significante verschillen gemeten tussen de groepen op het gebied van daling van medicijngebruik en werkverzuim, steeds in het voordeel van de homeopathie-groep. Er werden daarnaast, behalve enkele beginverergeringen, geen negatieve effecten gemeld. 

Door middel van psychologische vragenlijsten, werd de mate van ‘suggestibiliteit’ van de vrouwen vastgesteld, ofwel gevoeligheid voor het placebo-effect. De onderzoekers wilden weten of deze eigenschap de resultaten beïnvloedde. Dat bleek niet het geval, een beter resultaat kon niet worden toegeschreven aan een hogere gevoeligheid voor het placebo-effect. 

Socio-economische gevolgen

Net als in de voorafgaande Israëlische pilotstudy (Yakir, 2001), waren de resultaten nu ook positief voor homeopathie. Op grond van de uitkomsten kunnen we nu zeggen dat deze homeopathische behandeling met de ‘symptoom cluster’ benadering, aantoonbaar effect had bij vrouwen met PMS, met verbeteringen op verschillende niveaus en mogelijke socio-economische gevolgen. Voor vrouwen die last hebben van premenstruele klachten, is deze individuele homeopathische behandeling een kansrijke optie. De auteurs doen overigens de aanbeveling om dit onderzoek te herhalen in andere ‘settings’. 
De homeopathische behandeling in het Israëlische onderzoek stond model voor een in Nederland geïnitieerd, internationaal onderzoek. In Nederland en Zweden werd tussen 2012 en 2016 onderzoek gedaan bij vrouwen met premenstruele klachten, met een vergelijkbare, semi-individuele homeopathische behandeling met 11 homeopathische geneesmiddelen (Klein-Laansma, 2018). De opzet verschilde: vrouwen kregen ‘uitsluitend gebruikelijke behandeling’, of ‘gebruikelijke plus homeopathische behandeling’. De homeopathische behandeling bleek een significante, aanvullende waarde te hebben. 

Referenties

1. Yakir M, Klein-Laansma C T, Kreitler S, Brzezinski A, Oberbaum M, Vithoulkas G, Bentwich Z A. Placebo-Controlled Double-Blind Randomized Trial with Individualized Homeopathic Treatment Using a Symptom Cluster Approach in Women with Premenstrual Syndrome. Homeopathy. 2019 Nov;108(4):256-269. doi: 10.1055/s-0039-1691834. 

2. Yakir M, Kreitler S, Brzezinski A, Vithoulkas G, Oberbaum M, Bentwich Z. Effects of homeopathic treatment in women with premenstrual syndrome: a pilot study. The British homoeopathic journal. 2001;90(3):148-53. 

3. Klein-Laansma CT, Jong M, von Hagens C, Jansen JPCH, van Wietmarschen H, Jong MC. Semi-Individualized Homeopathy Add-On Versus Usual Care Only for Premenstrual Disorders: A Randomized, Controlled Feasibility Study. J Altern Complement Med. 2018 Jul;24(7):684-693. doi: 10.1089/acm.2017.0388.

Dr A. Tournier: gezondheid op een nieuwe manier begrijpen

[3 minuten kijktijd]   Er is veel bewijs voor de werking van homeopathie: bijvoorbeeld meer dan 100 clinical trials, aandoeningen waarvan bewezen is dat een homeopathische behandeling helpt. Om de mythe te ontkrachten dat er geen bewijs zou zijn, onderzoekt het HRI dieper hóe homeopathie werkt. Dat gebeurt door onderzoek naar de fysieke chemie van de remedies, hoe ze interacteren met ‘levende stof’. Het algemene idee in de wetenschap is momenteel, dat er een heel nieuw paradigma nodig is, fysisch en chemisch, om de werking van homeopathie te verklaren. Maar Tournier legt uit dat dit niet nodig is: de werking kan verklaard worden binnen de bestaande paradigma’s. Wat wel nodig is, is een nieuwe manier van kijken, bijvoorbeeld naar hoe water interacteert met levende stof.

In de toekomst ziet hij dat begrip van de werking van homeopathie een nieuwe manier toevoegt aan hoe we gezondheid begrijpen. Dit zal ‘empowering’ zijn voor de patiënt. Homeopathie-onderzoek is pionerend onderzoek, waarin nieuwe dingen gevonden zullen worden en dat potentieel enorme implicaties heeft voor veel gebieden van de maatschappij.

Dr A. Tournier is Executive Director van het Homeopathy Research Institute

Video gepubliceerd door School of Homeopathy

Ombudsman: “Australisch rapport negeerde Cochrane review”

De nieuwe film ‘Just one drop’, gemaakt door Laurel Chiten, gaat over de controverse over homeopathie. Op zoek naar de waarheid achter alle negatieve pers laat de film beide kanten zien. Aan de ene kant gebruikers die weten dat het werkt, zowel patiënten als behandelaars, aan de andere kant sceptici die zeggen dat het niet kan werken.

Een deel van de film gaat over het bekende ‘Australische rapport’ uit 2015 van het NHMRC. Daarin werd geconcludeerd dat er geen bewijs zou zijn voor de werkzaamheid van homeopathie. In deze film komt de hoofdonderzoeker van de Commonwealth Ombudsman aan het woord. Hij zegt dat het publiek door het rapport is misleid. Vóór publicatie van het rapport werd het Australasian Cochrane Centre for National Health and Medical Research Council om een peer review gevraagd. Dit centrum concludeerde dat het rapportten onrechte stelt dat er geen betrouwbaar bewijs is. Integendeel, “een substantieel aantal kleine studies van goede kwaliteit toont significante verschillen in het voordeel van homeopathie”. Hun advies werd echter niet in de tekst verwerkt. Het betreffende rapport wordt wereldwijd veel aangehaald. Helaas worden zo heel veel mensen verkeerd geïnformeerd.

Uitsnede uit de film (over het rapport) (1 minuut)

Zie ook de presentatie van Rachel Roberts op het recente homeopathie congres, waarin zij uitlegt hoe in het Australische rapport onderzoeksgegevens zijn verminkt. (1 uur)

Trailer van de film ‘Just one drop’

Malta HRI Research Conference

Van 9 – 11 juni vond op Malta de internationale conferentie plaats waar het nieuwste en meest innovatieve onderzoek op het gebied van homeopathie werd gepresenteerd. De onderzoeken liepen zeer uiteen, van de ontwikkeling van ‘pragmatic clinical trials’ als een bijzonder passende methodologie om de volle klinische effectiviteit van homeopathie in de werkelijke wereld, tot de nieuwste biomarkers die worden ontwikkeld voor fundamenteel onderzoek.

Een van de sprekers was Rachel Roberts, die liet zien hoe de Australische NHMRC de klinische evidentie in homepathie heeft verminkt in het zeer onnauwkeurige maar invloedrijke ‘Australian Report’. Zie de video hieronder (met dank aan HRI-research):

Op http://www.hrimalta2017.org is het verslag van de conferentie te downloaden, evenals het programma met alle abstracts. Alle presentaties zijn gefilmd; deze video’s worden in de herfst gepubliceerd. In het februarinummer (2018) van Homeopathy worden de volledige proceedings opgenomen.

Het volgende internationale wetenschappelijke congres vindt plaats op 7 en 8 september in Polen (Krakou), georganiseerd door Giri. Deze conferentie is gefocust op High Dilution Research. Meer informatie

Homeopathisch middel beïnvloedt elektronendichtheid

Nieuw onderzoek maakt verschil zichtbaar tussen gepotentieerde middelen en niet gepotentieerde vloeistoffen: er wordt verschillend op gereageerd door een bepaalde soort fluoriserende verf. De reactie is zichtbaar als spectrale veranderingen. Een druppel van een homeopathisch middel veroorzaakt een grotere ordening in de verfoplossing en vergroot de uitsluitingszone die naast hydrofiele oppervlaktes bestaat. De veranderingen zijn substantieel en reproduceerbaar. Dit verschijnsel wordt niet waargenomen bij toevoeging van ongepotentieerde vloeistoffen.
Bijzonder is de waarneming dat de interactie van het homeopathische middel met de verfoplossing afhankelijk is van de pH-graad van die laatste: basische oplossingen reageren anders dan zure, met een duidelijke grens bij 7,0.

Deze nieuwste publicatie van Dr Steven Cartwright (moleculair bioloog) bevestigt zijn eerdere resultaten. Hij hanteerde een nieuw systeem dat eenvoudiger en stabieler is en duideljker te interpreteren in termen van veranderingen in de dichtheid van de elektronen in de verf zelf. Zijn werk bouwt nieuwe fundamenten voor onderzoek naar de werkingsmechanismen van homeopathische oplossingen.

Lees het artikel op Pubmed

Meer informatie over het onderzoeksproject

 

Wat willen kankerpatiënten van hun (homeopathische) huisarts?

In deze studie werden 644 patiënten van 185 huisartsen vergeleken. De patiënten ondergingen een kankertherapie bij een specialist en hadden daarnaast hulp gezocht bij een huisarts. Zij vulden drie vragenlijsten in, voor ‘kwaliteit van leven’ (QoL), ‘angst/depressie’ (QLQ-C30) en de ‘ziekenhuis angst en depressie schaal’ (HADS).

De patiënten die naar een homeopathisch huisarts gingen noemden vooral als reden om ‘algehele zorg’ te krijgen en om middelen te krijgen die de neveneffecten van de kankertherapie bestrijden. De patiënten die naar een reguliere huisarts gingen, deden dat vooral om psychologische zorg te krijgen en om meer informatie te krijgen over de beslissingen van de behandelend oncoloog. Door de reguliere artsen werden significant meer psychotrope geneesmiddelen voorgeschreven.

Beide groepen waren gelijk in termen van de kwaliteit van leven en de mate van angst/depressie. Er waren meer vrouwen in de homeopathisch behandelde groep en patiënten in deze groep hadden vaker betaald werk, ontvingen vaker een ‘targeted anticancer therapy’ en kwamen sneller na de diagnose bij de huisarts.

Er deden 112 reguliere huisartsen en 73 homeopathische aan het onderzoek mee.

Referentie:

Karine Danno, Aurélie Colas, Gilles Freyer, et al. Motivations of patients seeking supportive care for cancer from physicians prescribing homeopathic or conventional medicines: results of an observational cross-sectional study. Homeopathy, Volume 105, Issue 4, November 2016, Pages 289–298.